Een EDI Provider in Transpas Enterprise is een koppeling waarmee verschillende zaken kunnen worden uitgewisseld.
Het zit ook al een beetje in de naam. EDI staat namelijk voor Electronic Data Interchange.
EDI Providers worden bijvoorbeeld gebruikt om orders van opdrachtgevers, aangeleverd in XML formaat, te importeren in Transpas.
Bij grote volumes aan orders van dezelfde opdrachtgever kan het veel werk schelen om dit niet allemaal handmatig te hoeven invoeren.
Zie ook:
¶ Eigenschappen provider
Op het eerste tabblad van het EDI provider scherm kunnen de globale koppeling instellingen worden vastgelegd.
Deze zijn onderverdeeld in een viertal subgroepen en daarnaast is er nog een apart tab beschikbaar voor specifieke koppeling settings.
¶ General
De general settings, ofwel de algemene instellingen, zijn precies wat de naam al zegt.
Elke koppeling heeft een EDI Providernr en een Naam, de rest van de settings onder deze kop zijn echter niet altijd aanwezig.
| Import/Export Actie | Deze velden kunnen een verwijzing naar een actie bevatten welke gebruikt wordt voor de import of export van data naar of van de partij waarmee de koppeling is opgezet. |
| Externe Interface | Dit veld geeft aan of het een externe interface betreft waarvoor ook settings kunnen worden vastgelegd op het tabblad Web Interfaces van de financiële relatie. Daarnaast kunnen hierdoor ook gebruiker gegevens gekoppeld worden op het Externe toegang tabblad bij de contactpersonen van een financiële relatie. |
| Maximaal # logregels | Voor koppelingen waarbij een log wordt bijgehouden kan hier ingesteld worden hoeveel regels er bewaard moeten blijven voordat deze opgeschoond worden. |
| FTP Profiel / Sql server e-mail profiel | Sommige koppelingen gebruiken een een directe verwijzing naar een FTP Profiel of een Sql server e-mail profiel. De detail gegevens van deze profielen kunnen ingezien worden in de bij deze profielen behorende schermen. |
¶ Transpas Online
De web interface van Transpas heeft ook enkele dedicated instellingen binnen de EDI provider. Via het Transpas Online veld wordt aangegeven dat het een gelijknamige koppeling betreft de andere 2 velden zijn gerelateerd aan de orderinvoer module van Transpas Online.
¶ Xml interface
Hieronder kan aangegeven worden of er een notificatie verzonden moet worden bij het binnenkomen van een nieuwe order.
De ontvangers van de notificatie en de wijze waarop zij deze ontvangen kan ingesteld worden in de notificatie groep.
Op het tabblad Relaties kan per relatie een aparte notificatiegroep worden ingesteld in het veld Notificatie bij nieuwe EDI orders. Dit overschrijft de algemene notificatiegroep van de EDI Provider.
¶ Notificatiegroep
| Kolomnaam | Omschrijving |
|---|---|
| Omschrijving | Naam van de notificatiegroep |
| Sql server e-mail profiel | Met welk e-mail profiel de emails worden verstuurd. |
| Kolomnaam | Omschrijving |
| --- | --- |
| Medium | Email, systeembericht of SMS |
| Ontvangertype | Alleen van toepassing bij medium Email. Of deze ontvanger in het Aan, CC of BCC veld moet worden geplaatst. |
| Soort ontvanger | Gebruiker, contactpersoon of adres. Bepaalt welke waardes er worden opgehaald in het opzoekveld van Ontvanger. |
| Bron | Heeft maar 1 waarde, vast |
| Ontvanger | Welke gebruiker, contactpersoon of adres de notificatie moet ontvangen. |
| Identificatie voor medium | Naar welke gebruiker, welk mailadres of telefoonnummer de notificatie verstuurd wordt, opgehaald van de ontvanger. |
| SMS gateway | Alleen van toepassing bij medium SMS. Welke SMS gateway gebruikt moet worden. SMS gateways zijn in te stellen het scherm SMS Gateways |
| Mits ingelogd | Alleen van toepassing bij een notificatie naar een Gebruiker met medium systeembericht. |
¶ EDI Transportorders
De settings onder deze kop hebben allen te maken met een de orderstroom van een koppeling.
| Transportorder import | Dit veld geeft aan of het een Transportorder import betreft, hierdoor zal de EDI provider zichtbaar of onzichtbaar zijn in het scherm EDI Transportorders |
| Standaard departement | Hierin kan aangegeven worden naar welk departement ofwel afdeling de import standaard moet plaatsvinden |
| Zendingen bijwerken | Voor sommige koppelingen is het wenselijk dat de orders bijgewerkt moeten worden als deze meerdere malen kunnen binnenkomen. Het is hiervoor belangrijk dat de EDI referentie van de zending gelijk blijft gedurende de levensloop van de order |
| Bijwerken gefactureerde zendingen | Deze setting spreekt voor zich, je kan hiermee instellen dat zelfs reeds gefactureerde zendingen nog aangepast moeten worden. Dit gebeurt nog wel eens bij self billing |
| Negeer opdrachtgever bij bijwerken | Hiermee wordt er enkel gekeken naar de EDI referentie en is de opdrachtgever geen aanvullende voorwaarde voor het koppelen en bijwerken van een order |
| Zendingen bijwerken tot max. dagen oud | Deze setting kijkt op basis van de aanmaakdatum van de order of deze nog bijgewerkt mag worden |
| Zending bijwerkmethode | De methode waarop zendingen worden bijgewerkt wanneer de optie Zendingen bijwerken aanstaat. Zie hiervoor ook het artikel Zendingen bijwerken |
| Sql procedure voor bijwerken zending | Hierin moet de procedure geplaatst worden waarmee de order zal worden bijgewerkt. Zonder deze procedure zal de order niet worden bijgewerkt. Wijzigingen aan de procedure moeten afgestemd worden met de project manager |
| Sql procedure voor annuleren zending | Voor het annuleren van een zending kan een afwijkende procedure gehanteerd worden. Deze procedure zal gebruikt worden indien er in de standaard transpas salesorder xml het veld cancellation is opgenomen, deze kan op dossier en op zending niveau meegegeven worden |
| Dossier vorming methode | Bekijk het artikel over de dossier vorming methode. |
| SQL procedure voor bepalen dossier | Deze procedure wordt ook uitgelegd binnen het hierboven gelinkte artikel |
| Zending samenvatting eenheid | Deze eenheid wordt regelmatig gebruikt om zendingen met louter goederenregels te voorzien van een eenheid op zending niveau |
| Losdatum bepaling gebruik |  Deze 3 opties geven aan wanneer de losdatum bepaald moet worden via de bepaling welke in het Departementen ofwel afdelingen scherm ingesteld kan worden. |
| Acceptatie methode |  Via deze methode kan aangegeven worden wanneer de zending automatisch geaccepteerd moet worden. - Let op: In de XML kan via autoacceptmethod ook een acceptatiemethode meegegeven worden. Deze heeft voorrang op de instellingen in de EDI Provider.- Verder kan in het bedrijvenscherm, tabblad Transport een acceptatie methode en controle set ingevuld worden die dan voor alle EDI Provider gelden waar dit niet is ingevuld. - Niet automatisch accepteren en Automatisch accepteren spreken wel voor zich. - De andere 2 opties werken in combinatie met de Controle Set waarin regels worden vastgelegd waaraan de zending moet voldoen. De goedgekeurde dossiers optie geeft aan dat alle zendingen moeten voldoen aan de regels en de goedgekeurde zendingen optie geeft aan dat er per individuele zending bekeken wordt of deze geaccepteerd mag worden. |
| Controle set | Hierin kunnen de regels beheerd worden waaraan zendingen moeten voldoen voordat deze, al dan niet automatisch, geaccepteerd mogen worden. Eventuele wensen hierover kunnen afgestemd worden met de project manager. Zie ook het artikel over het maken van controle sets. |
| Negeer controle bij handmatige acceptatie | Deze setting geeft aan of de controle set genegeerd mag worden bij het handmatig accepteren van orders. |
| Acties bij verwerken, accepteren en afwijken | Hierin kan bepaalde maatwerk functionaliteit gerealiseerd worden. Deze instellingen kunnen niet zomaar aangepast worden. |
| Vervoerder statuslijst | Hierin kunnen de statusinstellingen beheerd worden. Deze instellingen kunnen ervoor zorgen dat bepaalde binnenkomende statussen geïnterpreteerd worden als start of eindmoment van een activiteit, dus eigenlijk net zoals een boordcomputer afmelding. |
¶ Overige tabbladen
Naast het tabblad Eigenschappen provider zijn er nog een heel aantal andere tabbladen.
Deze zijn hoofdzakelijk bedoeld om aan Transpas te verduidelijken wat er met de aangeleverde data bedoeld wordt.
Neem het tabblad Eenheden.
Niet elk TMS, of zelfs elke Transpas Enterprise klant, noemt zijn eenheden hetzelfde.
De opdrachtgever die de orders aanlevert, kan als eenheidsomschrijving bijvoorbeeld europallets meegeven.
Wanneer in Transpas Enterprise deze eenheid staat aangeduid als EURO, zal er geen eenheid worden ingevuld omdat Transpas de eenheid europallets niet herkend.
Door een regel aan te maken in het tabblad Eenheden, kan Transpas Enterprise de aangeleverde eenheid omzetten.
In bovenstaande voorbeeld zou dat er dan zo uit zien:
| Eenheidscode | Eenheid | Richting |
|---|---|---|
| europallets | EURO | Import |
Hierbij is het veld Eenheid een opzoekveld waarmee een eenheid uit Transpas Enterprise te selecteren is.
Eenheidscode is de te ontvangen of verzenden code in de XML.
Wanneer via deze EDI Provider ook orders worden geëxporteerd, kan bij richting ook Import & Export worden ingevuld.
Als er een andere eenheidscode moet worden teruggestuurd dan er wordt ontvangen, kan er een aparte regel worden aangemaakt met richting Import en richting Export voor dezelfde eenheid.
Zo'n zelfde conversie is te maken voor een groot aantal andere eigenschappen:
- Artikelen
- Producten
- Relaties
- Adressen
- Depots
- Landen
- Valuta's
- Talen
- Statussen
- ADR Klasses
- GMP Klasses
- Contactpersonen
- Toeslagen / extra kostensoorten
- Referentiesoorten
- Bedrijven
- Departementen
- Plangroepen
- Zendingsoorten
- Ordersoorten
- Transportsoorten
- Ritsoorten
- Plangroepen
- Documenttypes
- Activiteitssoorten
- Activiteitsstatussen
- Kenmerken
- Functies
- BTW codes
- Rembours betaalwijzen
- Stopduur klassen
- Weekdagen
- Gebruikersgroepen
- Voertuigtypes
- Resourcetypes