Deze methode wordt gebruikt om zendingen samen te voegen tot een of meerdere dossier(s). Voor alle methodes geld dat er een code bepaald wordt op basis van de methode en met behulp van deze code wordt er bekeken of er een overeenkomstig dossier is waar naast de code de volgende gegevens van toepassing zijn.
- De EDI provider van de zending moet overeenkomen met de geïmporteerde zending. Er wordt dus niet toegevoegd aan handmatige aangemaakte zendingen.
- De opdrachtgever van de zending moet overeen komen, dit kan echter wel beïnvloed worden door de setting “Negeer opdrachtgever bij bijwerken”.
- Het bedrijf van de zending moet overeen komen.
- De orderstatus mag niet “Geannuleerd” of “Gefactureerd” zijn.
- De afdeling ofwel departement moet overeen komen.
- Het externe departement moet overeen komen of leeg zijn.
Hieronder een korte uitleg van de meestgebruikte opties.
De meeste van deze settings spreken voor zichzelf, hieronder worden er toch enkele iets meer uiteen gezet.
| Niet consolideren | Elke zending wordt apart aangemaakt als dossier, dit is ook de standaard instelling als er niks gekozen wordt. |
| Dossier per EDI referentie | Hierbij wordt er een dossier gemaakt per EDI referentie van de geïmporteerde zending. Updates van de zendingen zijn met deze optie niet echt mogelijk aangezien er dus meerdere zendingen kunnen zijn met dezelfde EDI referentie. |
| Handmatig (middels SQL procedure) | In het veld onder de dossiervorming methode op het Eigenschappen provider tabblad kan deze procedure worden vastgelegd. |
Deze methode kan gekoppeld worden aan de EDI provider maar kan eventueel ook per relatie gekoppeld worden via het relaties tabblad van het EDI provider scherm.
