¶ Crossdocking/splitsen
Plangroep herbepalen bij splitsen
- Bij Ja wordt de plangroep van planregels na het splitsen opnieuw bepaald door de plangroepbepaling
- Bij Nee blijft de plangroep van de gesplitste regels gelijk aan de orderleg
Plangroep bijwerken bij splitsen
Werkt de plandatum bij na het splitsen
Plandatum bijwerken bij undo splitsen
Werkt de plandatum bij na het ontsplitsen
¶ Planning
Controleer constraints bij plannen resource
Controleert tijdens het inplannen van een resource op een rit of er constraints zijn (kenmerken van bijv. een adres die niet matchen met de ingeplande resource op een rit).
Controleer constraints bij plannen zending
Controleert tijdens het inplannen van een zending op een rit of er constraints zijn (kenmerken van bijv. een adres die niet matchen met de ingeplande resource op een rit).
Controleer routeberekening bij vlaggen
Staat dit op ja, kan een rit niet afgevlagd worden als de routeberekening van de resourcecombinaties in de rit niet allemaal op Ok staan. Dit is onder tabblad kosten terug te vinden:
Controleer laaddatum/plaatsen/postcodes/regio’s
Controleert bij het inplannen of deze gegevens zijn ingevuld in de order, anders kan de order niet worden gepland
Vraag afkoppeldatum
Staat dit op ja, vraagt Transpas om de datum van afkoppelen.
Anders wordt de datum gekozen van de vertrekdatum/tijd van de gekozen ritactiviteit.
Vraag koppeldatum
Staat dit op ja, vraagt Transpas om de datum van aankoppelen.
Anders wordt de datum gekozen van de aankomstdatum/tijd van de gekozen ritactiviteit.
Geen bevestiging bij ontplannen
Staat dit op nee, vraagt Transpas niet om een bevestiging als een zending ontpland wordt.
Waarschuwingsgrens bij wijzigen datum/tijd
Als de datum van een ritactiviteit gewijzigd wordt, kan Transpas een melding geven:
Vanaf hoeveel dagen dat is, is hier in te vullen.
Staat dit bijv. op 2, geeft Transpas een melding als de datum van een ritactiviteit 2 dagen naar voren of achteren wordt gezet, maar niet bij 1 dag.
Vragen om ladingsvoertuig
Bij het inplannen van een zending op een rit met meerdere ladingsvoertuigen (bv LZV of combi) kan worden gevraagd in welk ladingsvoertuig de zending moet worden gepland.
Planvolgorde
Deze instelling zorgt voor het op een bepaalde manier op de rit plaatsen van meerdere ongeplande orders. Er is de keuze uit:
- Laadvolgorde: De geselecteerde orders worden op gekozen laadvolgorde op de rit geplaatst
- Losvolgorde: De geselecteerde orders worden op gekozen losvolgorde op de rit geplaatst
- Laden > Lossen: De geselecteerde orders worden als laden, lossen, laden, lossen op de rit geplaatst
Laadacties aansluiten
Deze instelling zorgt ervoor dat de laadactiviteit op de juiste positie binnen de reeks van hetzelfde laadadres wordt geplaatst.
Losacties aansluiten
Deze instelling zorgt ervoor dat de losactiviteit op de juiste positie binnen de reeks van hetzelfde losadres wordt geplaatst.
Laadvolgorde bijwerken
Deze instelling zorgt ervoor dat wanneer een losactiviteit binnen de rit wordt verplaatst, de bijbehorende laadactiviteit in tegenovergestelde richting wordt verplaatst.
Losvolgorde bijwerken
Deze instelling zorgt ervoor dat wanneer een laadactiviteit binnen de rit wordt verplaatst, de bijbehorende losactiviteit in tegenovergestelde richting wordt verplaatst.
Met behulp van de SHIFT toets kan voor beide instellingen het gedrag worden omgekeerd. Dus wanneer de instelling aan staat, wordt het standaard gedaan, maar met de SHIFT toets wordt het juist niet gedaan. Als de instelling uit staat, wordt het standaard niet gedaan, maar met de SHIFT toets ingedrukt wel.
Soepel undo-afkoppelen
Afkoppelen ladingvoertuig toestaan
Controleer resource agenda
Agendacontrole offset
Begin rit altijd op standplaats
Eindig rit altijd op standplaats
Staat dit op ja, wordt voor de aankoppelen / afkoppelen het standplaatsadres ingevuld.
Het standplaatsadres is in te vullen in:
- Voertuig / Voertuig / Standplaats adres
- Plangroep / Algemeen / Standplaats adres
- Bedrijvenscherm / Planning / Planning / Overige / Standplaats adres
Er wordt van boven naar beneden gekeken, d.w.z. standplaatsadres voertuig heeft voorrang op standplaatsadres plangroep.
Begin rit altijd op standplaats is ook in te stellen per resourcesoort (dat heeft voorrang op de instelling op het tabblad Extra parameters). Zie resourcesoort instellingen.
¶ Tijden berekening
Stopduurgroep
De stopduurgroep die wordt gebruikt op ritten in deze plangroep. In een stopduurgroep kun je vastleggen hoe lang een bepaalde activiteit duurt.
Standaard begintijd rit
Wanneer een rit wordt aangemaakt, kan hiermee de begintijd automatisch worden ingesteld.
Bereken tijden
Instelling die ervoor zorgt dat de tijden berekening in de rit plaatsvindt. Hiervoor is het belangrijk om een juiste begintijd van de rit in te stellen of in te voeren bij elke nieuwe rit.
Tijden berekening voorkeur
Begintijd dag
Eindtijd dag
De tijden berekening houdt in deze plangroep rekening met begin- en eindtijden waar niet gepland wordt. Als het lossen later is dan de eindtijd van een dag, wordt het lossen een dag opgeschoven.
Gebruik gerealiseerde tijden
Met deze instelling kun je aangeven of de door de boordcomputer teruggekoppelde tijden ook de plantijden moeten overschrijven. Van belang bij een ETA berekening.
Doorrekenen in afgevlagde ritten
Als je dit op Ja zet, kan Transpas afvlagde ritten nog opnieuw berekenen. Zet je dit op Nee, dan wordt een rit na het afvlaggen niet meer opnieuw berekend.
Afgevlagde ritten fixeren
Als je dit op Ja zet, gaat Transpas de tijden en kilometer van een rit niet meer bijwerken. Boordcomputerberichten die binnenkomen na het afvlaggen van een rit zijn wel te zien in het tabblad Boordcomputerberichten, maar hier wordt niets meer mee gedaan.
Bijwerken uitvoeringsvolgorde
Soms voert de chauffeur de activiteiten in een andere volgorde uit dan de planner ze heeft opgegeven. Met deze instelling kun je er voor zorgen dat de terugkoppeling door de chauffeur via de boordcomputer in de volgorde waarin hij het uitvoert de rit automatisch ook aanpast in die volgorde.
¶ Automatisch finishen ritten
Ritten autom. finishen na # dagen
Via de plangroep is in te stellen dat alle ritten in die plangroep na een x aantal dagen automatisch worden afgevlagd.
Zie ook Afvlaggen ritten
Controleer truck
Een rit zonder truck wordt niet automatisch gefinished.
¶ Standaard scherm filters
¶ Rapporten
Print goederenregels op rapporten
In de standaard charterfaxen (rapporten 21 en 22) wordt deze instelling gebruikt om wel of geen goederengegevens af te drukken.
¶ Communicatie
Stopmethode
Met een stopmethode is het mogelijk om boordcomputertaken te groeperen tot één stop.
Hiermee is het werk van de chauffeur te vereenvoudigen: stel dat de planning zo is ingericht dat vaak 10+ zendingen op hetzelfde adres worden geladen. Het is dan nuttig om de laadactiviteiten te groeperen, zodat de chauffeur met één druk op de knop deze taak kan aanmelden, in plaats van dit voor elke zending apart te moeten doen.
Er zijn 5 mogelijke stopmethodes:
| Niet groeperen | Taken worden niet gegroepeerd |
| Groepeer alleen laadactiviteiten | Alleen de laadtaken worden gegroepeerd tot één stop |
| Groepeer alleen losactiviteiten | Alleen de lostaken worden gegroepeerd tot één stop |
| Groepeer laad- en losactiviteiten | Laadtaken en lostaken worden beide gegroepeerd. Bij het lossen en laden op één locatie worden dit twee taken. |
| Groepeer laden en lossen bij elkaar | Laad- en lostaken worden samen tot één stop gegroepeerd. |
Statusupdate binnen straal van # kms
Met deze instellingen kan het overschrijven van de vooraf geplande datum/tijd door de boordcomputer beïnvloed worden. Binnen de straal kan een datum/tijd door de chauffeur aangepast worden vanuit de boordcomputer, buiten de straal doet Transpas dit niet.
Een voorbeeld: de chauffeur begint met laden. Hij vergeet een einde laden in te vullen en meldt "einde laden" bij de volgende stop, 10 kilometer verder.
Als bij statusupdate binnen straal van # kms "8" is ingevuld, wordt dit niet aangepast in de rit omdat de statusupdate op meer dan 8 kilometer afstand is gedaan, namelijk 10 km.
Dit geldt voor alle taken, dus begin rit, laden, lossen, reiniging, etc.
Statusupdate binnen tijd van # uren
Deze instelling wordt vaker gebruikt dan de Statusupdate binnen straal van # kms.
Als voor een ritactiviteit vanuit de boordcomputer een datum/tijd binnenkomen, en deze verschillen meer dan het aantal uren dat hier ingevuld is, dan past Transpas de geplande datum/tijd niet aan.
Als de planning vrij strak is, zal je hier een laag getal invullen. Als de vooraf geplande tijden in een rit flink kunnen afwijken van de werkelijke rittijden, vul hier een hoog getal in.
Een voorbeeld: een chauffeur vergeet het lossen te melden. Hij doet dit de volgende dag, 10 uur na de geplande lostijd. Als bij Statusupdate binnen tijd van # uren 8 uur is ingevuld, wordt de lostijd niet meer aangepast, omdat dit 8 uur na de geplande tijd is.
Terug naar