Het is mogelijk om orders tussen (Transpas) klanten uit te wisselen volgens de TLN definitie. Dit is hier beschreven.
Vervolgens kunnen er echter ook statussen,tijden en POD’s worden uitgewisseld tussen deze partijen. Zodat de uitbestede orders in de planning worden bijgewerkt met de gerealiseerde status en tijd, en de afgetekende vrachtbrief zichtbaar wordt.
In dit artikel wordt het exporteren van de statussen beschreven. Het ontvangen van de statussen, is hier beschreven.
Als dezelfde status naar meerdere partijen moet worden geëxporteerd maar onder een andere statuscode, maak dan aparte EDI Providers aan voor die partijen.
Alleen statussen waarvan aangegeven staat dat deze geëxporteerd mogen worden, worden door de export verwerkt.
Open het scherm Queues en maak een nieuwe queue aan, bijvoorbeeld genaamd TLN Statusexport.
Kies als verwerkactie de actie 2390 – TLN Status export (of de relevante TLN‑exportactie in jouw versie van Transpas).
Selecteer de zojuist aangemaakte EDI Provider.
Bij Te behandelen queueitemtype kies je een itemtype dat hoort bij statusupdates, bijvoorbeeld Zendingstatus of Status.
De gemaakte queue kan vervolgens worden ingericht per klant zodat de statussen ook werkelijk worden verstuurd:
Voeg op het tabblad Queue partijen de partijen (klanten) toe naar welke de statussen moeten worden verzonden:
Op tabblad Settings kan worden aangegeven van welk documenttype er documenten (POD's) moeten worden meegestuurd. Zoals onderstaand voorbeeld. Vul in het veld Waarde het documenttypenr in.
Wanneer er een status wordt aangemaakt in Transpas, moet deze status in de aangemaakte queue terecht komen zodat deze kan worden verwerkt en verzonden (indien het een te exporteren status betreft). Hiervoor wordt een exportqueue gebruikt.
Ga naar het scherm Exportqueues.
Controleer of er al een queue bestaat van het type Cargo status logs.
Op het tabblad General van de exportqueue:
Op het tabblad Fields (meestal in hetzelfde scherm) voeg je toe welke velden in het exportbestand moeten komen, bijvoorbeeld:
De volledige export queue ziet er dan bijvoorbeeld als volgt uit:
Er staat nu nog een geel driehoekje vooraan de regel van de exportqueue.
Dit betekent dat de exportqueue nog niet is geïnitialiseerd.
Druk daarvoor op de groene pijltjes bovenin het scherm.
De exportqueue is nu actief. Zet ook de queue op Actief = Ja.
De statusexport is nu in zijn geheel actief.
Zodra er een afleverstatus, die gemarkeerd staat als te exporteren, wordt toegevoegd aan een zending, en de klant is toegevoegd als partij, wordt er een status xml gegenereerd die wordt verstuurd naar de betreffende partij.
Met de TLN statusexport wordt een xml-bestand gemaakt.
Hieronder een voorbeeld van hoe dit bestand er uit komt te zien.
dateTime | Standaard type AT. Toont de datum en het tijdstip van de status. |
id | Unieke nummer van de zending. Bij type NOC is dit de EDI referentie van de zending. Bij type SHP is de EDI referentie leeg en wordt hier het legnr ingevuld. |
status | De (aflever)statuscode. |
Onderstaande velden worden meegegeven indien gevuld.
name | Waarde uit veld Cmr getekend door van de zending |
signature | Gekoppelde POD (in base64 formaat) |
note | Waarde uit het veld Informatie van de afleverstatus |
senderid | Code van de afzender. Vastgelegd bij de EDI provider, op het tabblad Relatie. Veld Relatiecode |
receiverid | Code van de ontvanger. Vastgelegd bij de EDI provider, tabblad Relatie. Veld Mijn ext. code bij relatie |
Queueitem types: Dit zijn de types van items die in een queue behandeld worden. Voor statusexport is dit vaak een type zoals Zendingstatus, DeliveryStatus, of een specifieke naam binnen jouw inrichting. Deze types zorgen ervoor dat alleen de juiste soort gegevens in de queue belanden.
Doelqueue / Doelqueueitemtype: de queue waar de items naartoe gaan om geëxporteerd te worden. In de instellingen van de exportqueue geef je aan welke queue het doel is én welk itemtype gebruikt wordt om te exporteren.
Exportqueue in het algemeen:
De exportqueue is het proces dat gegevens uit Transpas verzamelt en klaarmaakt voor verzending (export). Hij “luistert” naar nieuwe statusmeldingen (in de logtabel, bv. Cargo status log
), creëert XML of het gewenste bestandsformaat, en plaatst dit bestand in de queue of op de opgegeven bestemming (FTP, file share, etc.).
Zie apart artikel over Exportqueue's