Aan de verkoopkant is het mogelijk via een toeslagbepaling automatisch kosten te laten toevoegen, zoals bijvoorbeeld een toeslag voor ADR, laden/lossen met klep, etc.
Aan de inkoopkant is dat ook mogelijk: Met rittariefbepalingen kunnen kosten(soorten) worden toegevoegd aan een resourcecombinatie, stop, activiteit en/of zending.
Een (of meerdere) bepalingen kunnen aan het bedrijf en/of crediteur gehangen worden:
Bedrijf:
Relatie:
Een tarief wordt bepaald op basis van de resourcecombinatie.
Hier zijn de verschillende bepalingen te vinden:
Het startpunt is altijd het scherm Rittariefbepaling.
In de rittariefbepaling worden de verschillende voorwaarden gesteld. Bijvoorbeeld dat een kostensoort alleen bij één plangroep voorkomt.
Het resultaat van een bepaling bestaat uit een of meerdere kostensoorten of een andere bepaling.
Kostensoort
Als het resultaat een kostensoort is, zijn hier nog een aantal zaken in te vullen:
Resultaat | De kostensoort die ingevuld moet worden |
Hoeveelheid | Hier is te kiezen wat het aantal van de kostenregel moet zijn. Als hier niets is ingevuld, wordt 1 gekozen. Bijvoorbeeld: gewicht, laadmeter, afstand, aantal stops, vaste waarde, etc. |
Minus | Het getal wat hier staat wordt op het aantal in mindering gebracht |
Eenheid | De eenheid die op de kostenregel ingevuld moet worden |
Crediteurpartij | Dit kan zijn de crediteur van de resource, óf een vaste crediteur |
Verder is bij de kostensoort zelf nog een staffel in te vullen, zodat het aantal verschilt op basis van de hoeveelheid.
Tariefbepaling
Als het resultaat een zendingtarief, stoptarief of activiteittarief is, zijn er andere zaken in te vullen:
Resultaattype | Hier is zendingtarief, stoptarief of activiteittarief |
Resultaat | Hier is de andere tariefgroep in te vullen |
Aggregatiefunctie | Als hier niets staat, wordt voor elke stop/zending/activiteit een aparte regel aangemaakt. Via een aggregatie kan er 1 regel gemaakt worden. Hier kan gekozen worden voor som (alle aantallen optellen), minimum (vul laagste aantal in), maximum (vul hoogste aantal in), gemiddelde of eerste |
Minus | Alleen zichtbaar als een aggregatiefunctie ingevuld is Het getal dat hier staat wordt van het aantal afgetrokken |
Afronding | Alleen zichtbaar als een aggregatiefunctie ingevuld is In het scherm Afrondingen (Stambestanden > Algemeen > Afrondingen) zijn afrondingen te maken die hier ingevuld kunnen worden |
De voorwaarden waaraan een rit moet voldoen zijn hier in te stellen. Voorwaarden zijn onderverdeeld in Resources, Rit (combinatie) en ritactiviteitenpatroon.
Onder tabblad Resultaat is in te stellen welke kostensoort / tariefbepaling wordt gekozen als een rit aan alle voorwaarden voldoet.
Links is onder het tabblad Toegewezen aan in te stellen voor welke relatie(s) de rittariefbepaling geldt.
Een ster betekent dat deze voor een heel bedrijf geldt. (Om dit in te vullen moet eerst inactief op ja of nee gezet worden, anders blijft de regel niet staan.)
Onder Resources is in te stellen aan welke voorwaarden de resource(s) van de rit moeten voldoen.
Resource | Hier is een specifieke resource (trailer, trekker, chauffeur, etc.) in te vullen Als dit leeg is, wordt de trekker gekozen |
Resourcesoort | Hier is een resourcesoort in te vullen |
Resource index | Hier is in te vullen of het over de eerste of tweede truck/trailer van de resourcecombinatie gaat. Hiermee kan een rittariefbepaling alleen ingesteld worden voor ritten met 2 trailers |
Crediteur | Hier is in te vullen dat deze rittariefbepaling voor één specifieke crediteur geldt |
Crediteurgroep | Hier is in te vullen dat de crediteur onder een bepaalde crediteurgroep moet vallen |
Resourcegroep | Hier is in te vullen dat de resource onder een bepaalde resourcegroep moet vallen |
Chartersoort | Hier is in te vullen dat de crediteur een vaste charter, losse charter of contactpersoon moet zijn |
Onder Rit (combinatie) is in te stellen aan welke voorwaarden de rit moet voldoen.
In het voorbeeld hierboven wordt de kostensoort Tijdsafhaling voor 07:00 wordt toegevoegd aan de rit als de begintijd van de rit na 4:00 en voor 7:00 ligt.
De crediteur van de kostenregel is de crediteur van de resource.
Plangroep | In welke plangroep de rit moet staan |
Ritsoort | Welke ritsoort de rit moet hebben |
Transportsoort | Welke transportsoort de rit moet hebben |
ADR | Bij de rit moet ADR op ja staan |
Test, Test aanmelden | Bij een rit kunnen een aantal extra ja/nee velden toegevoegd worden. Het is mogelijk om deze te gebruiken in een rittariefbepaling |
Afstand vanaf | De moet moet een bepaalde lengte hebben |
Duur vanaf | De rit moet een bepaalde duur hebben |
Aantal stops vanaf | De rit moet een minimum / maximum aantal stops hebben Het aantal stops is te vinden in het planscherm, rechtsonder, onder tabblad Stops |
Aantal ladingstops vanaf | De rit moet een minimum / maximum aantal stops hebben met lading |
Aantal laadstops vanaf | De rit moet een minimum / maximum aantal stops hebben waar geladen wordt |
Aantal losstops vanaf | De rit moet een minimum / maximum aantal stops hebben waar gelost wordt |
Start weekdag vanaf | Als de rittariefbepaling alleen toegekend wordt als de rit op een bepaalde dag begint, is dat hier in te stellen |
Eind weekdag vanaf | Als de rittariefbepaling alleen toegekend wordt als de rit op een bepaalde dag eindigt, is dat hier in te stellen |
Starttijd vanaf | Hiermee is in te stellen dat de bepaling alleen afgaat als de rit op een bepaalde tijd begint |
Eindtijd vanaf | Hiermee is in te stellen dat de bepaling alleen afgaat als de rit op een bepaalde tijd eindigt |
Via een activiteitenpatroon is als een voorwaarde een ritpatroon in te vullen.
Activiteitsoort | Als dit leeg is, betekent dit "elke activiteitsoort" |
Aantal herhalingen | Leeg betekent alle aantallen, anders moet het overeenkomen met het ingevulde aantal |
CTRL+PIJLTJESTOETS | Hiermee zijn activiteiten te verplaatsen |
We geven een aantal voorbeelden op basis van de volgende rit:
Voorbeeld 1
Rit = x * laden, x * lossen
Rit voldoet niet (want de rit begint met activiteit BEGIN en eindigt met activiteit EIND)
Voorbeeld 2
Rit = willekeurige activiteit, x * laden, x * lossen, willekeurige activiteit
Rit voldoet
Voorbeeld 3
Rit = x * begin, x * laden, x * lossen, x * eind
Rit voldoet
Voorbeeld 4
Rit = willekeurige activiteit, 2 * lossen, willekeurige activiteit
Rit voldoet
Via een stoptariefbepaling kan een kostensoort of andere tariefbepaling worden toegekend op basis van voorwaarden die voor een stop gelden.
Dit werkt net als de rittariefbepaling. Zie de Rittariefbepaling hierboven voor uitleg.
Via een activiteittariefbepaling kan een kostensoort of andere tariefbepaling worden toegekend op basis van een specifieke activiteit.
Dit werkt net als de rittariefbepaling. Zie de Rittariefbepaling hierboven voor uitleg.
Via een zendingtariefbepaling kan een kostensoort of andere tariefbepaling worden toegekend via voorwaarden die met de zending te maken hebben.
Het is belangrijk om te weten dat een zending aan een van de activiteiten moet voldoen en niet aan alle activiteiten.
Als er bijvoorbeeld geladen wordt bij A of B, kun je dat zo ingeven:
De zendingtariefbepaling werkt verder net als de rittariefbepaling. Zie de Rittariefbepaling hierboven voor uitleg.
Als een toeslag een percentage van de vrachtprijs moet zijn, richt dan de rittariefbepaling zo in dat deze naar een zendingtariefbepaling doorverwijst.
In de zendingtariefbepaling is dan een percentage in te richten, door bij Hoeveelheid vrachtprijs in te vullen en bij Eenheid procent:
Het percentage zelf is in te stellen bij de kostensoort. Vul hier bijvoorbeeld een aantal in van 0,15 in om een percentage van 15% te laten berekenen.