In Nederland mogen gemeenten vanaf 1 januari 2025 zero-emissiezones invoeren. In deze gebieden moet al het vrachtverkeer volledig uitstootvrij zijn. Daarnaast bestaan er verschillende milieuzones met specifieke beperkingen, zoals zones waar alleen vrachtwagens met een bepaalde emissieklasse toegelaten zijn of gebieden waar voertuigen boven een bepaald gewicht niet mogen komen. Overtreding van deze regels kan leiden tot hoge boetes.
Om te voorkomen dat vrachtwagens terechtkomen in zones waar ze volgens deze regelgeving niet toegestaan zijn, biedt Transpas Enterprise de mogelijkheid planners automatisch te waarschuwen. Door kenmerken aan voertuigen te koppelen in combinatie met vastgelegde milieuzone regio’s, krijgt een planner een melding zodra een rit gepland wordt waarbij geladen of gelost wordt binnen een milieuzone.
Het importeren van emissiezones gebeurt door geografische gebieden aan te maken binnen een regio, waarbij een gebied feitelijk wordt beschreven door een reeks GPS-coördinaten. Hoewel het nog niet mogelijk is om deze gebieden interactief te bewerken, biedt Transpas wel twee handige importmogelijkheden:
Ga naar het scherm Regio's, de emissiezones worden toegevoegd aan de regio die op dat moment geselecteerd is. Hoogstwaarschijnlijk moet er eerst een nieuwe regio aangemaakt worden.
Import vanuit NDW emissiezones
Let op: de gegevens van NDW worden beschikbaar gesteld als open data. Transpas kan de volledigheid of actualiteit van deze data niet garanderen. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het controleren en interpreteren van de geïmporteerde informatie.
Voorbeeld milieuzone Utrecht
Import vanuit GEOJSON-bestand
De milieuzones staan nu in Transpas als regio’s. In combinatie met kenmerken kan automatisch een waarschuwing worden getoond wanneer een voertuig wordt ingepland op een rit waarbij een zending wordt geladen of gelost in een zone waar dat voertuig niet is toegestaan. Op deze manier kunnen overtredingen en hoge boetes worden voorkomen, doordat altijd het juiste voertuig aan de juiste rit wordt gekoppeld.
Hoe je dit instelt, lees je hieronder.
Maak een kenmerk Milieuzone aan in het scherm Kenmerken.
Voeg op de milieuzones die zijn aangemaakt als regio op het tabblad Kenmerken het kenmerk Milieuzone toe, met als koppeling 'Beschikbaar'.
Voeg een kenmerk toe aan de voertuigen die niet mogen rijden in de milieuzones. Dit kan op twee manieren.
Als het veld Strikt op Nee wordt gezet, krijgt de planner een waarschuwing maar kan hij het voertuig toch inplannen voor een milieuzone. Als Strikt op Ja staat, staat Transpas dit niet toe.
Een losse charter staat niet in de voertuigenlijst. Het instellen van kenmerken gaat voor losse charters daarom net even anders. Zoek, om een milieuzone in te stellen voor een charter, de charter op in het scherm Financiële relaties.
Vul in het tabblad Kenmerk sets bij Rol Vervoerder in. Hier kan eventueel een bedrijf worden geselecteerd, door de asterisk te laten staan geldt de kenmerk set voor alle bedrijven.
Vul op het tabblad Kenmerken het kenmerk Milieuzone in. Vul bij koppeling Verboden in.
Wanneer deze charter nu wordt toegevoegd aan een rit zal dezelfde melding worden getoond als bij de eigen voertuigen.
Let erop dat het controleren van constraints aan staat. Deze instelling kun je aan en uit zetten per plangroep.
Ga hiervoor naar Plangroepen > tabblad Extra parameters > kopje Planning.
Zet de volgende twee opties op Ja:
Voorbeeld waarschuwing
Als strikt op Nee is gezet of leeg is gelaten bij het toewijzen van kenmerk Milieuzone dan komt de waarschuwing in beeld maar kan het voertuig toch op de rit worden gepland. Er blijft wel een waarschuwing zichtbaar op de rit en ritactiviteit.